Uitvoering en actualisatie

Regelmatig aanpassen Omgevingsvisie

De Omgevingswet gaat uit van een dynamisch systeem van plannen maken. Geen vastomlijnde plannen meer met een vaste doorlooptijd zoals we gewend waren. Maar denken in een beleidscyclus. Deze cyclus zorgt ervoor dat we steeds aansluiten bij de wensen en uitdagingen van dat moment.

De beleidscyclus start met de kaders en ambities in een omgevingsvisie. Deze vertalen we in het omgevingsplan, in programma’s en uiteindelijk in de vergunningverlening. Door tussentijds te monitoren, te evalueren en dan onze keuzes bij te stellen, ontstaat een beleidscyclus. Als het nodig is, zullen we de omgevingsvisie aanpassen aan dan actuele vragen.

De snelheid waarmee de cyclus draait is afhankelijk van de snelheid van de ontwikkelingen of de bestuurlijke visie op de ontwikkelingen. Er zijn geen voorgeschreven termijnen.

Met de gemeenteraad spreken we af dat we tekstuele correcties altijd kunnen verwerken in de omgevingsvisie. En als er nieuw sectoraal beleid wordt vastgesteld door de gemeenteraad, kan het College van Burgemeester & Wethouders besluiten om dit te verwerken in de omgevingsvisie. Aanpassingen in de visie die echt een bijstelling van de koers betekenen, worden vanzelfsprekend door de gemeenteraad vastgesteld.

Uitwerking Omgevingsvisie in programma

De Omgevingswet geeft de gemeente de mogelijkheid om voor specifieke gebieden of specifieke onderwerpen een programma te maken. Dit programma vormt dan een verlengstuk van de omgevingsvisie. In een programma kunnen bepaalde speerpunten of acties verder worden uitgewerkt. 

Er staat in welk doel de gemeente wil bereiken, welke stappen de gemeente gaat zetten om dat doel te bereiken en binnen welke tijd we de doelen willen halen. Denk bijvoorbeeld aan de gemeentelijke uitwerking van de Regionale Energie Strategie. Programma’s worden door het College van Burgemeester en Wethouders opgesteld.

De hoofdlijnen van het bestaand beleid hebben we opgenomen in de omgevingsvisie onder de speerpunten. Deze bevatten doelen en acties die leidend zijn bij de ontwikkeling van Halderberge.

Relatie met het Omgevingsplan

De omgevingsvisie heeft een relatie met het (juridische) omgevingsplan. De belangrijkste link is dat de bestaande waarden per deelgebied op een goede manier juridisch worden vastgelegd in het omgevingsplan.

Het omgevingsplan geeft regels voor wat er wel en niet mag. Als de Omgevingswet ingaat, worden bestaande bestemmingsplannen van rechtswege het tijdelijke gemeentelijk omgevingsplan. De gemeente heeft tot 2029 om dit tijdelijke omgevingsplan te herzien. Voor ontwikkelingen die niet passen in het (tijdelijk) omgevingsplan, vormt de omgevingsvisie het beoordelingskader.

De bedoeling is om het omgevingsplan ook in het gedachtegoed van de Omgevingswet op te stellen. We willen minder toetsen op criteria en meer wegen op waarden. Waar wil je als gemeentebestuur nog aan het stuur zitten en wat kun je loslaten? Aan welke knoppen wil je draaien? Deze vragen zullen in aanloop naar het omgevingsplan beantwoord worden.

Samengang met milieuaspecten

In de Omgevingswet zijn een aantal eisen gesteld aan de omgevingsvisie. Zo moet de omgevingsvisie laten zien hoe we omgaan met de vier milieubeginselen die in Europees verband zijn vastgelegd. Dat hebben we bij de uitwerking van onze speerpunten en opgaven gedaan.

Hoe wij omgaan met kosten bij ontwikkelingen

De gemeente is verplicht om kosten voor werkzaamheden of maatregelen waar initiatiefnemers van profiteren bij die initiatiefnemers in rekening te brengen. Dit geldt onder de Wet ruimtelijke ordening, maar ook onder de Omgevingswet.

Als de gemeente eigenaar is van grond waarop wordt gebouwd, is dat makkelijk. De gemeente berekent de gemaakte kosten door in de verkoopprijs van de kavels. Als de gemeente geen eigenaar is van de grond, kan zij vooraf een overeenkomst met de eigenaar sluiten. In deze overeenkomst staat welke kosten in rekening worden gebracht. Als het niet mogelijk is om vooraf afspraken te maken, moet de gemeente op een andere manier kosten verhalen. Dit kan in het omgevingsplan (de vervanger van het bestemmingsplan) of in een omgevingsvergunning.

In de Omgevingswet geldt het volgende:

  1. De gemeente kijkt eerst of vooraf een overeenkomst kan worden afgesloten met de initiatiefnemer
    Dit geldt onder de Wet ruimtelijke ordening én onder de Omgevingswet. In de Omgevingswet zijn activiteiten omschreven waarbij het verhalen van kosten verplicht is. Ook geeft deze wet aan welke soort kosten verhaald worden.
  2. De gemeente regelt het via een omgevingsplan of omgevingsvergunning als ‘stok achter de deur’
    Als vooraf geen overeenkomst kan worden afgesloten, verhaalt de gemeente de kosten via het omgevingsplan of de omgevingsvergunning. Dit laatste geldt voor initiatieven die niet in het omgevingsplan passen. Het daadwerkelijk innen van de kosten vindt plaats via een concreet besluit. In juridische bewoording heet dit een beschikking bestuursrechtelijke geldschuld.

In de Omgevingswet bestaan twee mogelijkheden voor het verhalen van kosten als dat niet kan door een overeenkomst vooraf:

  1. voor een concrete gebiedsontwikkeling met tijdvak kan in een omgevingsplan of omgevingsvergunning het verhalen van kosten worden geregeld;
  2. voor organische gebiedsontwikkeling zonder tijdvak kan in het omgevingsplan het verhalen van kosten worden geregeld.

De keuze voor een systeem is afhankelijk van het type gebiedsontwikkeling en is afhankelijk van het ‘tijdvak’.

Financiële bijdrage aan een gebiedsontwikkeling

Naast het hiervoor genoemde verplicht verhalen van kosten zijn er in de Omgevingswet ook mogelijkheden om een financiële bijdrage te vragen bij ontwikkelingen in een gebied (artikel 13.22 van de Omgevingswet). Dit kan via een vooraf af te sluiten contract. Onder de Wet ruimtelijke ordening werd dit een bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen genoemd.

Het vragen van een financiële bijdrage is mogelijk als er een functionele samenhang is tussen de activiteit en het doel waarvoor een financiële bijdrage wordt gevraagd . Bijkomende voorwaarde is dat de financiële bijdrage is geregeld in een omgevingsvisie of een programma onder de Omgevingswet. Er kan alleen over deze bijdrage worden gecontracteerd als sprake is van een onder de Omgevingswet aangewezen activiteit.

Nieuw is dat in het publiekrechtelijk spoor de mogelijkheid wordt geïntroduceerd om een financiële bijdragen te verhalen via het omgevingsplan (artikel 13.23 Omgevingswet). Het gaat om het verhalen van een bijdrage die bestaat uit kosten die niet kunnen worden verhaald via het publiekrechtelijke kostenverhaal uit afdeling 13.6 Omgevingswet.

Financële bijdrage aan een gebiedsontwikkeling

Naast het hiervoor genoemde verplicht verhalen van kosten zijn er in de Omgevingswet ook mogelijkheden om een financiële bijdrage te vragen bij ontwikkelingen in een gebied (artikel 13.22 van de Omgevingswet). Dit kan via een vooraf af te sluiten contract. Onder de Wet ruimtelijke ordening werd dit een bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen genoemd.

Het vragen van een financiële bijdrage is mogelijk als er een functionele samenhang is tussen de activiteit en het doel waarvoor een financiële bijdrage wordt gevraagd . Bijkomende voorwaarde is dat de financiële bijdrage is geregeld in een omgevingsvisie of een programma onder de Omgevingswet. Er kan alleen over deze bijdrage worden gecontracteerd als sprake is van een onder de Omgevingswet aangewezen activiteit.

Nieuw is dat in het publiekrechtelijk spoor de mogelijkheid wordt geïntroduceerd om een financiële bijdragen te verhalen via het omgevingsplan (artikel 13.23 Omgevingswet). Het gaat om het verhalen van een bijdrage die bestaat uit kosten die niet kunnen worden verhaald via het publiekrechtelijke kostenverhaal uit afdeling 13.6 Omgevingswet.

Hoe wij omgaan met kosten bij ontwikkelingen

De gemeente is verplicht om kosten voor werkzaamheden of maatregelen waar initiatiefnemers van profiteren bij die initiatiefnemers in rekening te brengen. Dit geldt onder de Wet ruimtelijke ordening, maar ook onder de Omgevingswet.

Als de gemeente eigenaar is van grond waarop wordt gebouwd, is dat makkelijk. De gemeente berekent de gemaakte kosten door in de verkoopprijs van de kavels. Als de gemeente geen eigenaar is van de grond, kan zij vooraf een overeenkomst met de eigenaar sluiten. In deze overeenkomst staat welke kosten in rekening worden gebracht. Als het niet mogelijk is om vooraf afspraken te maken, moet de gemeente op een andere manier kosten verhalen. Dit kan in het omgevingsplan (de vervanger van het bestemmingsplan) of in een omgevingsvergunning.

In de Omgevingswet geldt het volgende:

  1. De gemeente kijkt eerst of vooraf een overeenkomst kan worden afgesloten met de initiatiefnemer
    Dit geldt onder de Wet ruimtelijke ordening én onder de Omgevingswet. In de Omgevingswet zijn activiteiten omschreven waarbij het verhalen van kosten verplicht is. Ook geeft deze wet aan welke soort kosten verhaald worden.
  2. De gemeente regelt het via een omgevingsplan of omgevingsvergunning als ‘stok achter de deur’
    Als vooraf geen overeenkomst kan worden afgesloten, verhaalt de gemeente de kosten via het omgevingsplan of de omgevingsvergunning. Dit laatste geldt voor initiatieven die niet in het omgevingsplan passen. Het daadwerkelijk innen van de kosten vindt plaats via een concreet besluit. In juridische bewoording heet dit een beschikking bestuursrechtelijke geldschuld.

In de Omgevingswet bestaan twee mogelijkheden voor het verhalen van kosten als dat niet kan door een overeenkomst vooraf:

  1. voor een concrete gebiedsontwikkeling met tijdvak kan in een omgevingsplan of omgevingsvergunning het verhalen van kosten worden geregeld;
  2. voor organische gebiedsontwikkeling zonder tijdvak kan in het omgevingsplan het verhalen van kosten worden geregeld.

De keuze voor een systeem is afhankelijk van het type gebiedsontwikkeling en is afhankelijk van het ‘tijdvak’.

Samenhang met milieuaspecten

In de Omgevingswet zijn een aantal eisen gesteld aan de omgevingsvisie. Zo moet de omgevingsvisie laten zien hoe we omgaan met de vier milieubeginselen die in Europees verband zijn vastgelegd. Dat hebben we bij de uitwerking van onze speerpunten en opgaven gedaan.

Relatie met het omgevingsplan

De omgevingsvisie heeft een relatie met het (juridische) omgevingsplan. De belangrijkste link is dat de bestaande waarden per deelgebied op een goede manier juridisch worden vastgelegd in het omgevingsplan.

Het omgevingsplan geeft regels voor wat er wel en niet mag. Als de Omgevingswet ingaat, worden bestaande bestemmingsplannen van rechtswege het tijdelijke gemeentelijk omgevingsplan. De gemeente heeft tot 2029 om dit tijdelijke omgevingsplan te herzien. Voor ontwikkelingen die niet passen in het (tijdelijk) omgevingsplan, vormt de omgevingsvisie het beoordelingskader.

De bedoeling is om het omgevingsplan ook in het gedachtegoed van de Omgevingswet op te stellen. We willen minder toetsen op criteria en meer wegen op waarden. Waar wil je als gemeentebestuur nog aan het stuur zitten en wat kun je loslaten? Aan welke knoppen wil je draaien? Deze vragen zullen in aanloop naar het omgevingsplan beantwoord worden.

Uitwerking omgevingsvisie in programma's

De Omgevingswet geeft de gemeente de mogelijkheid om voor specifieke gebieden of specifieke onderwerpen een programma te maken. Dit programma vormt dan een verlengstuk van de omgevingsvisie. In een programma kunnen bepaalde speerpunten of acties verder worden uitgewerkt. 

Er staat in welk doel de gemeente wil bereiken, welke stappen de gemeente gaat zetten om dat doel te bereiken en binnen welke tijd we de doelen willen halen. Denk bijvoorbeeld aan de gemeentelijke uitwerking van de Regionale Energie Strategie. Programma’s worden door het College van Burgemeester en Wethouders opgesteld.

De hoofdlijnen van het bestaand beleid hebben we opgenomen in de omgevingsvisie onder de speerpunten. Deze bevatten doelen en acties die leidend zijn bij de ontwikkeling van Halderberge.

Regelmatig aanpassen omgevingsvisie


De Omgevingswet gaat uit van een dynamisch systeem van plannen maken. Geen vastomlijnde plannen meer met een vaste doorlooptijd zoals we gewend waren. Maar denken in een beleidscyclus. Deze cyclus zorgt ervoor dat we steeds aansluiten bij de wensen en uitdagingen van dat moment.

De beleidscyclus start met de kaders en ambities in een omgevingsvisie. Deze vertalen we in het omgevingsplan, in programma’s en uiteindelijk in de vergunningverlening. Door tussentijds te monitoren, te evalueren en dan onze keuzes bij te stellen, ontstaat een beleidscyclus. Als het nodig is, zullen we de omgevingsvisie aanpassen aan dan actuele vragen.

De snelheid waarmee de cyclus draait is afhankelijk van de snelheid van de ontwikkelingen of de bestuurlijke visie op de ontwikkelingen. Er zijn geen voorgeschreven termijnen.

Met de gemeenteraad spreken we af dat we tekstuele correcties altijd kunnen verwerken in de omgevingsvisie. En als er nieuw sectoraal beleid wordt vastgesteld door de gemeenteraad, kan het College van Burgemeester & Wethouders besluiten om dit te verwerken in de omgevingsvisie. Aanpassingen in de visie die echt een bijstelling van de koers betekenen, worden vanzelfsprekend door de gemeenteraad vastgesteld.


Uitvoering en actualisatie